Gepubliceerd op 14-11-2017

fantoom

betekenis & definitie

fantoom - Zelfstandignaamwoord
1. spook, droombeeld
Hij zag in zijn dromen altijd het fantoom van zijn oma.
2. oefenpop gebruikt in geneeskundig onderwijs
Een reanimatie oefenen de studenten eerst op het fantoom.

Synoniemen
[1] hersenspinsel