Gepubliceerd op 13-11-2017

eensdeels

betekenis & definitie

eensdeels - Bijwoord
1. aan de ene kant, voor een bepaald deel
De Staat behoeft slechts zijn plicht te doen, .., waardoor eensdeels het ruilverkeer wordt vermeerderd en ten andere de vruchtbaarheid van de bodem wordt verhoogd.<ref>blz 24-25 De Economist, Volume 32, Deel 1<br> Jacob Leonard de Bruyn Kops, Nederlands Economisch Instituut<br> Uitgeverij H. E. Stenfert Kroese, 1883</ref>

Woordherkomst
genitief van "een deel"
samenstelling van een en deel met het invoegsel -s- met het achtervoegsel -s