dóórgaan - Werkwoord
1. (inerg) ~ met: niet stoppen, blijven
♢ Het is altijd nog mogelijk door te gaan.
2. door winst te behalen verder kunnen gaan.
♢ Het land ging door nadat ze twee keer hadden gewonnen.
3. plaatsvinden ondanks voorafgaande twijfel
♢ De voetbalwedstrijd gaat ondanks het slechte weer toch door.
4. (België) plaatsvinden
♢ De opening gaat door op 27 juli.
doorgáán - Werkwoord
1. (ov) doorstaan, zien vol te houden.
♢ Hij moest de operatie doorgáán zonder verdoving.
doorgaan - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van doorgaan
Woordherkomst
voltooid deelwoord van doorgaan
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Onder het juk moeten doorgaan
zich aan andermans macht moeten onderwerpen
Synoniemen
[2] volhouden
Antoniemen
[1] stoppen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: