Gepubliceerd op 13-11-2017

direct

betekenis & definitie

direct - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder te wachten, zonder iets daartussen
Bij hadden een directe verbinding met de trein en hoefden dus niet over te stappen.</ref>
2. eerlijk, zonder smoesjes, maar soms ook een beetje brutaal
Hij gaf hem een eerlijk en direct antwoord.

direct - Bijwoord
1. zonder te wachten, zonder omweg
Toen de dief haar tasje probeerde te stelen gaf de oude vrouw hem direct een klap met haar stok.

Synoniemen
[1] rechtstreeks, onmiddellijk
[2] eerlijk, ontactvol, onbeleefd, respectloos
net, ogenblikkelijk, onmiddellijk, meteen