Gepubliceerd op 03-10-2017

degelijk

betekenis & definitie

degelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. goed tegen een stootje kunnend, niet snel kapot gaand
    ♢ Die degelijke tent is bestand tegen de storm.
2. (van personen) eerlijk, oprecht, net in zijn manieren, saai
    ♢ Als je niet met een degelijk iemand trouwt, zal ik je onterven!

Woordherkomst
Afgeleid van het verouderde deeg (voorspoed, voordeel) met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Uitdrukkingen en gezegden
    ♦ wel degelijk
        goed hoewel je misschien eerst dacht dat het niet goed was

Synoniemen
robuust, diepgaand

Antoniemen
ondegelijk, onbezorgd, luchthartig, onbetrouwbaar