Gepubliceerd op 03-10-2017

de

betekenis & definitie

de - Lidwoord
1. voorafgaand aan een zelfstandig naamwoord om aan te geven dat het niet om een willekeurig persoon of ding gaat, maar dat duidelijk is om wie of wat het specifiek gaat
    ♢ Een hond is vaak lief, maar de hond van mijn oom is vals.
2. (formeel) voorafgaand aan een zelfstandig naamwoord om aan te geven dat het om de hele categorie gaat
    ♢ De hond is een dier met een staart.
3. voorafgaand aan een bijvoeglijke naamwoord of rangtelwoord als dit zelfstandig gebruikt wordt
    ♢ Van die honden is de tweede van links vals, maar de zwarte is heel lief.
4. per (bij prijzen)
    ♢ Deze stof kost zes euro de meter.

Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: die
Oudernederlands: thie, thia
Germaans: *sa
ine: *só

Verwante begrippen
een, het
Zie ook
De