Gepubliceerd op 03-10-2017

daarvoor

betekenis & definitie

daarvoor - Voornaamwoordelijk bijwoord
(scheidbaar)
1. aanwijzend veraf: voor + dat, voor + die
2. # voor dit doel, voor deze reden
3. #: Daarvoor krijgt hij gevangenisstraf.
4. # voor deze tijd
5. #: Sinds 1813 is Nederland een koninkrijk. Daarvoor was het een republiek.

Woordherkomst
samenstelling van daar en voor