daag - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagen
* Ik daag
2. gebiedende wijs van dagen
* daag!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dagen
* daag je?
Zie ook
Daag, dag
Gepubliceerd op 03-10-2017
daag
betekenis & definitie