Gepubliceerd op 13-11-2017

conisch

betekenis & definitie

conisch - Bijvoeglijk naamwoord
1. de vorm hebbend van een (afgeknotte) kegel
Voor wie de advertentie die onder meer zaterdag in de krant stond, heeft gemist; de Phoenix-brandblusser bestaat uit een conische kunststof cilinder waarop een vogelkop zit bij wijze van dop (keuze uit wit en zwart).
De nieuwste prothese van De Oliveira Barata’s is van haar grootste klant, model en singer/songwriter Viktoria Modesta, die drie protheses in bezit heeft. De prothese zit met tientallen schroefjes in elkaar. „De beenprothese heeft een realistisch ogende voet, maar het stuk tussen de enkels en de knie is een steampunk-achtige, conische staaf met een metalen kooi eromheen.”

Woordherkomst
uit het Frans
afgeleid van het Latijnse conus (kegel) met het achtervoegsel -isch

Synoniemen
kegelvormig