Gepubliceerd op 13-11-2017

compleet

betekenis & definitie

compleet - Bijvoeglijk naamwoord
1. volledig, voltallig
U kunt nu het complete album in de winkel kopen.

Woordherkomst
afgeleid via het Franse complet ontleend aan het Latijnse complētus (‘volkomen, volledig’) en dat weer van plēre (vullen) met het voorvoegsel com-

Synoniemen
afgerond, geheel, totaal, helemaal, totaal, volkomen, volslagen, volstrekt

Antoniemen
incompleet