Gepubliceerd op 13-11-2017

chloor

betekenis & definitie

chloor - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde), (element) scheikundig element met symbool Cl en atoomnummer 17. Het is een geelgroen halogeen ,dat bij kamertemperatuur gasvormig is
Rode ogen na een middagje zwembad worden veroorzaakt door urine, en niet door chloor, schreef Metro. En inderdaad, uit urine ontstaan chemische, irriterende stofjes. Maar: daarvoor heb je óók chloor nodig. Het eerste deel van de stelling klopt dus, het tweede deel niet. We beoordelen de stelling daarom als half waar.

chloor - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chloren
♢ Ik chloor
2. gebiedende wijs van chloren
chloor!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chloren
chloor je?

Woordherkomst
Afkomstig van het Griekse χλωρος (chloros), dat is te vertalen als geelgroenig.

Verwante begrippen
E925, chloreren