Gepubliceerd op 13-11-2017

camping

betekenis & definitie

camping - Zelfstandignaamwoord
1. (toerisme) een terrein met voorzieningen om te kamperen
- Wild kamperen is kamperen op een plaats die niet als camping is ingericht.
- Het heeft de treurige aanblik van een windmolenpark op zee. De campingplekken herken je alleen nog aan de elektriciteitspaaltjes die boven het water uitsteken. Camping Waalstrand, in het Gelderse Gendt, is ondergelopen als gevolg van de hevige regenval in Duitsland de afgelopen dagen. „Het water komt hier zeker 2,5 meter hoger dan normaal in deze tijd van het jaar”, zegt eigenaar Anciëlla Tap (49). „Kijk die golven!”

Woordherkomst
pseudo-Engels

Synoniemen
kampeerterrein