Gepubliceerd op 19-10-2017

bul

betekenis & definitie

bul - Zelfstandignaamwoord
1. (zoogdieren) mannelijk rund en het mannetje van sommige andere zoogdieren en zeezoogdieren

bul - Zelfstandignaamwoord
1. oorkonde bij het behalen van een academische graad
2. pauselijke oorkonde

bul - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) achtste maand van het jaar, in oktober-november; oude benaming, later marchesjvan (1 Kon. 6:38)

Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie), letterlijk: 'opbrengst'

Verwante begrippen
Hebreeuws (transcriptieversie): boel