buis - Zelfstandignaamwoord
1. (f)/(m) een hol, cilindrisch voorwerp
♢ Kun je dat voorwerp even in de buis stoppen?
2. (f)/(m) (België) een onvoldoende rapportcijfer
♢ Evelien heeft een buis voor Nederlands.
3. (f)/(m) een televisie
♢ Wat is er vanavond op de buis?
4. (f)/(m) (biologie) het onderste deel van een vergroeidbladige kelk of kroon
♢ Dit deel van de kroon heet een buis.
5. (f)/(m) (militair) een mechanisme dat in de kop van projectielen geschroefd wordt om deze te laten springen
♢ Snel, schoef die buis even op dat projectiel!
6. (f)/(m) (scheepvaart) een vissersboot
♢ Ik zie daar een buis vol met haring varen.
7. (n) (kleding) een eenvoudig jasje
buis - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buizen
♢ Ik buis
2. gebiedende wijs van buizen
♢ buis!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buizen
♢ buis je?
Synoniemen
pijp
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: