Gepubliceerd op 10-11-2017

boter

betekenis & definitie

boter - Zelfstandignaamwoord
1. (voeding) gekarnde en geknede room van melk, meestal gebruikt als voedingsstof
Hij smeerde een dikke laag boter op zijn brood.
2. oneigenlijk vervangproduct voor boter, geproduceerd uit plantenvet
Veel mensen noemen margarine "boter".

boter - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boteren
♢ Ik boter
2. gebiedende wijs van boteren
boter!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boteren
boter je?

Woordherkomst
Ontleend aan het Latijnse butyrum.

Synoniemen
[1] roomboter
[2] ank, smeur