bloem - Zelfstandignaamwoord
1. (plantkunde) een deel van plant met zaden
♢ - Jongens, pas op dat jullie de bloempjes niet vertrappen!
♢ - Als de hommel de bloem nadert, kantelen de haartjes ruwweg in de richting van de bloem, en dat activeert zenuwcellen.
2. fijngemalen poeder, meestal van granen
♢ - Voor dit recept kun je een normaal pastadeeg gebruiken, wat je maakt van 300 gram bloem (geschikt voor pasta) en drie eieren.
3. het beste deel van
♢ - Dit gedicht staat in alle bloemlezingen.
♢ - De studenten zijn de bloem van de natie.
bloem - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloemen
♢ Ik bloem
2. gebiedende wijs van bloemen
♢ bloem!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloemen
♢ bloem je?
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: bloeme
Oudernederlands: bluomo
Germaans: *blōmô
Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
iemand in de bloemetjes zetten|
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: