Gepubliceerd op 10-11-2017

bewust

betekenis & definitie

bewust - Bijvoeglijk naamwoord
1. iets waarvan kennis is genomen, iets wat met nadenken gebeurt of juist niet gebeurt, opzettelijk, expres
Het was een bewuste keuze om niet eerst langs de receptie te gaan.
2. bewust van op de hoogte met iets, iets beseffend
De zich van het pas gebeurde ongeluk niet bewuste automobilisten konden maar net een kettingbotsing vermijden.
3. predicatief met oorzakelijk voorwerp: zich iets bewust zijn op de hoogte zijn met iets
Hij was zich dat niet bewust.
4. attributief eerdergenoemd, waarover eerder is gesproken
Gisteren is mijn mobiele telefoon gestolen. De bewuste diefstal vond plaats in een café.

Woordherkomst
in 17e eeuw van het Duitse woord bewußt

Antoniemen
onbewust

Verwante begrippen
ik-betrokken, zelfbetrokken, betrokken