Gepubliceerd op 10-11-2017

bewijs

betekenis & definitie

bewijs - Zelfstandignaamwoord
1. datgene wat de juistheid van een bewering onweerlegbaar vast (kan) leggen
Het wiskundige bewijs dat er oneindig veel priemgetallen bestaan is onweerlegbaar.
2. schriftelijk blijk van iets, bewijsstuk
De kassabon dient als bewijs dat je iets betaald hebt.

bewijs - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewijzen
♢ Ik bewijs
2. gebiedende wijs van bewijzen
bewijs!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewijzen
bewijs je?

Uitdrukkingen en gezegden
♦ iets met bewijzen staven


Verwante begrippen
adstructie, betuiging, blijk, demonstratie, merkteken, teken, logica