bevredigen - Werkwoord
1. (ov) beantwoorden aan een sterk verlangen
♢ Dat antwoord bevredigde hem allerminst.
♢ Zijn nieuwsgierigheid was volkomen bevredigd.
♢ Hij kon haar niet bevredigen.
2. (refl) het seksuele verlangen door masturbatie stillen
♢ Hij had zich bevredigd.
Woordherkomst
Afgeleid van vrede met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig of afgeleid van vredig met het voorvoegsel be-
Gepubliceerd op 10-11-2017
bevredigen
betekenis & definitie