Gepubliceerd op 10-11-2017

betoog

betekenis & definitie

betoog - Zelfstandignaamwoord
1. een verhaal of stuk waarin men een bepaald gezichtspunt met argumenten tracht te onderbouwen
Als ik dan dat áálgladde betoogje van de heer De Hoop Scheffer hoor, dan wordt het bij mij koud.
Een kort en krachtig betoog werkt meestal beter dan een eindeloos durende toespraak.

betoog - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betogen
♢ Ik betoog
2. gebiedende wijs van betogen
betoog!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betogen
betoog je?