Gepubliceerd op 10-11-2017

beslist

betekenis & definitie

beslist - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beslissen
♢ Jij beslist
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beslissen
♢ Hij beslist
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van beslissen
beslist!

beslist - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet onderhevig aan aarzeling of twijfel
Zijn besliste optreden maakte grote indruk.

beslist - Bijwoord
1. met zekerheid
Dat is beslist niet goed!

Woordherkomst
voltooid deelwoord van beslissen

Synoniemen
afdoend, categorisch, onherroepelijk, overtuigd, zeker, absoluut, pertinent, stellig, vastberaden

Antoniemen
onbeslist