bescheiden - Bijvoeglijk naamwoord
1. geen te hoge verwachtingen van zichzelf hebbend
♢ Hij is een zeer bescheiden jongen, maar hij heeft veel talent.
2. niet de indruk makend te hoge verwachtingen van zichzelf te hebben
♢ Hij stelde zich bescheiden op.
3. niet groots of talrijk
♢ Met bescheiden hulpmiddelen trok hij het oerwoud in.
4. niet opdringerig
♢ Naar mijn bescheiden mening is dat niet waar.
bescheiden - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bescheid
bescheiden - Werkwoord
1. (ov) (verouderd) over iemand beslissen, iets bepalen
♢ Niemand weet wat God over hem bescheiden heeft.
bescheiden - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van bescheiden
Woordherkomst
afgeleid van scheiden met het voorvoegsel be-
Synoniemen
schaars, spaarzaam
Antoniemen
[1] arrogant, hoogmoedig, verwaand
[2] bombastisch, groots, grotesk, overvloedig
[3] opdringerig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: