bereikbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. de eigenschap hebbend dat men ernaartoe kan gaan of communicatie ermee kan hebben
♢ Door de aanleg van de nieuwe brug is die plaats een stuk bereikbaarder geworden.
♢ Iedereen moet tegenwoordig 24/7 bereikbaar zijn.
2. een ~ doel mogelijk te verwezenlijken
♢ De ene doelstelling is nu eenmaal iets bereikbaarder dan de andere.
3. van een zaak dat men het kan grijpen
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van bereiken met het achtervoegsel -baar.
Gepubliceerd op 10-11-2017
bereikbaar
betekenis & definitie