Gepubliceerd op 10-11-2017

benauwd

betekenis & definitie

benauwd - Bijvoeglijk naamwoord
1. moeilijk ademend, belemmerd in de ademhaling
Iemand met COPD of astma heeft heeft vaak benauwd.
2. angstig, bang
zijn lijfspreuk bleef door de jaren heen: "niet van dat benauwde"
3. beperkt van ruimte
Sommige mensen worden bang in een benauwde ruimte.

benauwd - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van benauwen

Woordherkomst
Voltooid deelwoord van benauwen

Verwante begrippen
eng, krap, verstikkend, angstig, beklemd, bezorgd, gespannen