bekwaam - Bijvoeglijk naamwoord
1. (van een persoon) in staat om bepaalde taken goed uit te voeren; competent, capabel, kundig
♢ De bekwame arts wist de patiënt goed te behandelen.
bekwaam - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekwamen
♢ Ik bekwaam
2. gebiedende wijs van bekwamen
♢ bekwaam!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekwamen
♢ bekwaam je?
Antoniemen
onbekwaam, incompetent
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: