begaan - Werkwoord
1. (ov) iets doen dat onjuist of verboden is
♢ Hij beging daarmee een grote vergissing.
2. (ov) een plaats betreden
♢ Je begaat daarmee wel glad ijs.
3. iemand laten begaan: iemand niet hinderen of stoppen
♢ We moesten de drukken vrouw maar laten begaan, want anders zou ze nog drukker worden.
begaan - Bijvoeglijk naamwoord
1. gepleegd.
♢ De begane overtreding wordt bestraft met een boete.
2. waarover men gewoonlijk loopt, de verdieping die op straatniveau ligt
♢ We liepen op de begane grond.
3. emotioneel betrokken
♢ Hij was begaan met het lot van de vluchtelingen.
begaan - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van begaan
Woordherkomst
voltooid deelwoord van begaan
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: