Gepubliceerd op 31-10-2017

apothekeres

betekenis & definitie

apothekeres - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) (farmacologie) een vrouwelijke apotheker
Zij werd op luide toon toegesproken door de apothekeres, die een en ander probeerde duidelijk te maken over de verkrijgbaarheid van een medicijn. De apothekeres deed iets wat we allemaal doen als we merken dat we niet verstaan worden: ze ging steeds harder praten. Het kwam hierop neer dat het gevraagde medicijn pas na het weekend geleverd kon worden. De klant begreep er niets van, ze wees steeds weer op het receptbriefje dat de dokter haar had meegegeven.

Woordherkomst
afgeleid van apotheker met het achtervoegsel -es