Gepubliceerd op 31-10-2017

apotheek

betekenis & definitie

apotheek - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) plaats waar men geneesmiddelen en andere gezondheidsproducten kan kopen
Medicijnen die voorgeschreven zijn door de arts kun je ophalen bij de apotheek.
2. voorraad medicamenten
Op vakantie heb ik een reisapotheek bij me.

Woordherkomst
via het Latijn uit het Grieks, met het voorvoegsel apo- met het achtervoegsel -theek