Gepubliceerd op 31-10-2017

adequaat

betekenis & definitie

adequaat - Bijvoeglijk naamwoord
1. correct en passend bij het beoogde doel
Zout is een adequaat middel tegen gladheid.
De piloot reageerde adequaat toen de motoren van het vliegtuig uitvielen en wist het vliegtuig keurig op de snelweg te laten landen.

Woordherkomst
Afkomstig uit het Latijn.

Synoniemen
toereikend