Gepubliceerd op 31-10-2017

achterste

betekenis & definitie

achterste - Zelfstandignaamwoord
1. (n) zitvlak, bips
Hij viel wat ongelukkig op zijn achterste.
2. wie of wat het laatst in een rij is
De achtersten werden het ergste getroffen door de aanval van de achtervolgers.

achterste - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van achterst

Woordherkomst
afgeleid van achterst met het achtervoegsel -e

Uitdrukkingen en gezegden
♦ Op de achterste benen staan
erg kwaad worden
♦ Op zijn achterste poten staan
Vreselijk boos worden

Verwante begrippen
gat, staartstuk, jongstleden, laatste