Gepubliceerd op 31-10-2017

achterom

betekenis & definitie

achterom - Bijwoord
1. rondom naar de achterzijde
Loop maar achterom, we zitten in de tuin.
2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord over de schouder achterwaarts
achteromkijken: Ze keek nog even achterom en zwaaide.

Woordherkomst
samenstelling van achter en om