achten - Werkwoord
1. (ov) beschouwen, van mening zijn, houden voor
♢ Ik acht u daartoe in staat.
2. achting geven, een positief|positieve mening hebben over
♢ Ik achtte mijn schoonvader heel hoog.
3. acht slaan op = letten op
♢ Als je op de computer werkt moet je acht slaan op de meldingen die op het scherm verschijnen.
achten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord acht
achten - Zelfstandignaamwoord
1. roeien|roeiwedstrijd tussen achtpersoonsboten (achten)
2. datief van acht na voortzetsels bij tijdsaanduidingen
♢ Het zal rond achten geweest zijn.
Woordherkomst
afgeleid van acht met het achtervoegsel -en
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Zij waren met zijn achten.
Zij waren acht in getal.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: