aanvullen - Werkwoord
1. het ontbrekende bijvoegen
♢ Iedere dag moest de supermakt zijn voorraden weer aanvullen.
2. samen een compleet geheel maken
♢ De mooie das vulde het mooie pak aan.
♢ De norse man werd gelukkig goed aangevuld door zijn veel vriendelijkere vrouw.
Woordherkomst
samenstelling van aan(voorzetsel) en vullen(werkwoord)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: