aandoen - Werkwoord
1. (ov) (kleren) aantrekken
♢ Het jonge kind kreeg een applaus toen het zijn kleren voor het eerst zelf aandeed
2. (ov) (iemand iets) berokkenen
♢ De vader wist niet wat hij zijn kinderen aandeed door hun te verlaten.
3. (ov) (iets) aantasten
4. (ov) (iemand) ontroeren
5. (ov) (iemand of iets) bezoeken
♢ Op weg van school deden we altijd even de snackbar aan.
6. (ov) lampen ontsteken, kachel aansteken
♢ Als we gaan werken aan ons bureau doen we eerst de computer en de lampen aan.
Woordherkomst
[1-5] samenstelling van aan(voorzetsel) en doen(werkwoord)
[6] samenstelling van aan(bijwoord) en doen(werkwoord)
Uitdrukkingen en gezegden
♦ zich iets aandoen
zelfmoord plegen
♦ hij kan zich zelf wel iets aandoen
ergens heel veel spijt van hebben
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: