Gepubliceerd op 31-10-2017

aaien

betekenis & definitie

aaien - Werkwoord
1. (ov) zachtjes met de hand iets strelen
Onze poes spint als zij geaaid wordt.
Onze hond kwispelt altijd met zijn staart als hij geaaid wordt.
Heb je huisdieren? Heel veel: een poes, een hond en twee konijnen. Laatst hebben we ook een kitten gevonden in onze schuur. Die houden we denk ik niet. De konijnen zijn het leukst. Ze heten Amandel en Amicus en je kunt ze fijn aaien.
Niet iedereen keek uit naar het aaien van een slang, knuffelen van een baardagaam en het over de hand laten lopen van een vogelspin. Voor hen was het kijken naar deze vreemde exotische dieren op zich al eng genoeg...
2. zachtjes aanraken

aaien - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aai

Synoniemen
[1] liefkozen, strelen, aanhalen. knuffelen, flikflooien, vrijen