Definities van Lexicon Nederlandstalige gezegden in de Ensie T
- Taal noch teken van iemand vernemen
- Tabak van iets hebben
- Te diep in het glaasje kijken
- Te dom zijn om voor de du(i)vel te dansen
- Te goeder naam en faam bekend staan
- Te hooi en te gras komen
- Te hoop lopen
- Te kort schieten
- Te kust en te keur gaan
- Te laat de put gevuld als het kalf verdronken is (variant: Als het kalf verdronken is, dempt men de put)
- te laat komen zodat er niets meer te halen valt
- Te pas komen / Van pas komen
- Te stade komen
- Te veel hooi op de vork nemen
- Tegen de bierkaai vechten
- Tegen de borst stuiten
- Tegen de draad ingaan
- Tegen de klippen op gaan
- Tegen de lamp lopen
- Tegen de maan blaffen
- Tegen de stroom oproeien
- Tegen de verdrukking in groeien
- Tegen heug en meug
- Tegen wil en dank (doen/zijn)
- Tegen windmolens vechten
- Tekst en uitleg geven
- Ten hemel schreien
- Ter elfder ure
- Ter ziele zijn
- Thuis is in je schuur
- Tijd heelt alle wonden
- Tijd is geld
- Tijd slijt
- Titanenarbeid verrichten
- Tot de jaren des onderscheids komen
- Tot de tanden gewapend zijn
- Tot het gaatje gaan
- Tot in de puntjes regelen
- Tot moes slaan
- Tranen met tuiten huilen/schreien
- Trekken aan een dood paard
- Trillen als een juffershondje
- Tuk op iets zijn
- Tussen de klippen doorzeilen
- Tussen servet en tafellaken zijn
- Tussen twee vuren zitten
- Twee handen op één buik
- Twee handen op een buik zijn
- Twee linkerhanden hebben
- Twee ruggen uit een varken willen snijden
- Twee vliegen in één klap slaan
- Twee zielen, één gedachte
- Twisten om des keizers baard