Wijsgeerige kunsttermen

Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)

Gepubliceerd op 20-07-2020

genie

betekenis & definitie

Een buitengewone, niet door oefening of leeren te verwerven geestesaanleg, die ver boven het normale uitsteekt, en aan welke slechts bij hooge uitzondering voorkomende gave wetenschap en kunst de schoonste veroveringen en scheppingen danken. Wij hebben hier te doen met iets, dat in hoedanigheid onderscheiden is van het talent.

Want terwijl dit laatste slechts eene verhoogde begaafdheid vertegenwoordigt, een gemakkelijkheid van voortbrenging, die zich verheft boven het gemiddelde, is het genie nieuwe wegen bahend en beschikkend over faculteiten van een bizonderen aard, die in staat stellen tot buitengewone visies, appercepties en associaties, en die zich slechts hoogst zelden overplanten op een nageslacht.Als hoofdkenmerken van het genie mogen wel beschouwd worden: eensdeels een groote scheppende verbeeldingskracht en diepte van intiiitief doorzicht; anderdeels een groote oorspronkelijkheid, o.a. ten gevolge van eene buitengewone combinatiegave en inzicht in het onderling verband tusschen ver uiteenliggende gegevens. Door dit alles verzet zich het genie tegen alle hem van buitenaf opgedrongen normen; het wil spontaan zijn eigen weg bewandelen, zonder zich dien door anderen te laten voorschrijven.

Veel van wat zich in den genialen geest afspeelt, zetelt ongetwijfeld in de wereld van het onbewuste. Somwijlen draagt de genialiteit een universeel karakter, maar gewoonlijk is zij beperkt tot een bepaald gebied als kunst, veldheerschap, staatsmanswijsheid of uitvinderschap. Volgens Lombroso vertoont het genie psychopathologische b.v. epileptoïde trekken, die zijn aanleg verwant doen zijn aan waanzin. Deze vergelijking mag evenwel gekunsteld heeten, ook al heeft natuurlijk de geniale mensch meer kans op overspanning, afwijking en ineenstorting dan de nuchtere, oppervlakkige en alledaagsche mensch.