Uitgewoond - uitgepierd. Dit woord werd vooral populair gemaakt door Gerrie Knetemann. Thans ook buiten sportkringen gebruikt. Een uitgewoonde coureur is een renner die getekend is door zware inspanningen. Vgl. Fr. être lessivé, être à la ramasse, être à ramasser à la petite cuillère.
Ik kon alleen maar harken. Dat is wel een uitdrukking van Knetemann, en je kunt op geen verjaardag komen of iedereen is 'uitgewoond'... - Maarten Ducrot, Berichten uit de Tour de France (1983)