Banddikte - 'een banddikte voorsprong hebben', 'met een banddikte winnen': een heel miniem verschil. Vgl. Fr. avoir un pneu; Eng. tire-width.
In de Ronde van Vlaanderen had Vanderaerden hem listig de das omgedaan op de Muur van Geraardsbergen en als dank klopt hij Anderson vier dagen later in Gent-Wevelgem nog eens met banddikte in een massasprint. - Ron Couwenhoven, Wielerklassiekers (1990)