Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 04-08-2017

zoetemelkdemarrage

betekenis & definitie

(de; -s) - demarrage die zo langzaam wordt ingezet dat andere renners in het peloton het zien (aankomen), en die dus zonder verrassing is.

• Gerard Veldscholten: ‘Ze reageerden op mij, ze reageerden op Andersen en toen joop ging, viel het even stil. Ik zie hem nog onder zijn arm doorkijken en bijschakelen. En weg was ie. Toen heb ik afgestopt. Je moet een beetje geluk hebben en dat had joop die dag. Maar je kan nog zo veel geluk hebben, als je niet goed bent dan win je niet. Dus Joop was goed.’(SLOGJ)

Herkomst: vernoemd naar de Nederlandse wielrenner Joop Zoetemelk (1946), die in 1985 op 38-jarige leeftijd nog wereldkampioen werd, mét een zoetemelkdemarrage.

kousenvoeten, op - wegrijden