Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 04-08-2017

zetel, in een

betekenis & definitie

(de) - zonder veel inspanning, makkelijk, dankzij de hulp van ploeggenoten, syn. in een fauteuil: hij kwam over de finish, won in een zetel, hij won zonder veel moeite; toen de sprint begon zat hij in een zetel, in een voordelige positie gebracht dankzij het (zware sleur)werk van ploeggenoten; de kopman in een zetel zetten, de kopman naar een gunstige positie manoeuvreren.

• Pino Cerami ontving een extra beloning omdat hij werkelijk Rik Van Loop in een zetel naar de laatste 130 meter had gebracht om op de koop toe de aanval van de titelverdediger, AndréDarrigade, te neutraliseren. (BERLA)

Herkomst: van Fr. arriver dans un fauteuil neus, met de vingers in de -