Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 04-08-2017

zak, dubbele -

betekenis & definitie

(de) spreektaal - ontsteking ter grootte van een ei tussen de anus en het ondereinde van de balzak, ontstaan door een ontstoken haarzakje of een puist, syn. derde bal.

• Een ‘dubbele zak’ is uiterst pijnlijk voor een sporter die uren achtereen op een zadel moet zitten. Zo’n ontsteking kwam vaker voor in de tijd van de wollen broeken dan tegenwoordig. (Peter Ouwerkerk)

• Peter Post: ‘Ik had een typische wielerblessure. Een verdikking. Een ‘dubbele zak’ zoals de wielrenners dat in hun jargon noemen. Die verdikking is er gekomen doordat ik steeds op het puntje van mijn zadel reed.’(BERDB)