Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 04-08-2017

zadel

betekenis & definitie

(het; -s) - zitting van een fiets om schrijlings op te zitten, syn. fietszadel: zwevend zadel, zadel voor een rijwiel waarbij slechts één enkele (metalen of rubber)veer is toegepast; uit het zadel komen, (bij een zware inspanning, bv. bergop) op de pedalen gaan staan om de druk op het achterwiel te verlichten en meer kracht te kunnen zetten op de pedalen; de helden van het smalle zadel, wielrenners.