Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 03-08-2017

waakhond

betekenis & definitie

(de; -en) fig. - renner die toezicht houdt namens de kopman, bv. door met een ontsnapping mee te gaan om de belangen van de achtergebleven kopman te bewaken.

• Michel Pollentier: ‘Wilfried David viel inderdaad onmiddellijk na het startschot aan, samen met de Fransman Fussien en Perret. Ik schoof mee als zogezegde waakhond en bleef in het wiel. Voor de buitenwereld was er geen vuiltje aan de lucht, voor de ploeg leek dit de perfecte strategie, want zo hield ik de koers voor Freddy Maertens onder controle. Maar we liepen op den duur steeds verder uit. Tot tien minuten. (...) Op vijftig kilometer van de streep kwam de ploegleider langsgereden. Ik vroeg hem wat ik moest doen. “Demarreer maar en kom alleen binnen,” klonk het.’ (LAITM)