(het; -s) Belg.N. - etappe
• Maar... het waren nog maar zeven schuifkes tot Parijs, ritten met niet al te veel moeilijkheden. (SLOJA)
• De eenentwintigste etappe was in drie schuifkes verdeeld. Aan het einde van het derde deel was Jan Raas de hele meute te snel af. (AMELK)