Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 02-08-2017

leeglopen

betekenis & definitie

(onov ww; liep leeg; is leeggelopen)

1 - (uit een fietsband) wegvloeien van de lucht - Op 3 km van de finish slaat de ketting van Johan eraf. Hij kan zich in evenwicht houden, maar Joop Zoetemelk raakt het achterwiel van Van de Veldesfiets en valt. Mecanicien Jan Le Grand snelt toe, helpt Joop wederom op zijn fiets, maar stelt dan vast dat de achterband leeggelopen is. (BERDB)
2 SP fig. - (van een sport(st)er) diarree hebben.

• Ik bewaar zoete herinneringen aan de Ronde van Spanje. De eerste keer liep ik er een voedselvergiftiging op. Het was in de Pyreneeën en ik liep leeg. Hangend aan de auto kreeg ik een injectie toegediend door de rondedokter. (WINNW)