Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 02-08-2017

adelaar

betekenis & definitie

(de; -s, adelaren) - (soms spottend gebruikte) (bijnaam voor een) uitstekende klimmer die over de flanken van een col ‘vliegt’.

• Ik beleefde het tijdperk van de klimgeiten mee, Féderico Bahamontes, de Spanjaard, en Charly Gaul, de Luxemburger. Gaul won de Tour in 1958 en Bahamontes, de adelaar van Toledo, schreef een jaar later de zesenveertigste editie van Goddets wielerspektakel op zijn naam. (ZORNW)