Wetenswaardig Allerlei

T. Pluim (1922)

Gepubliceerd op 25-01-2017

Balije van Utrecht

betekenis & definitie

Naast de Tempelieren (z. d. w.) en de Johanniter' orde (z. d. w.) ontstond tijdens de kruistochten in Jeruzalem een derde geestelijke orde en wel vooral ten behoeve van Duitsche pelgrims.

Deze orde werd die der Duitsche Ridders genoemd en in 1191 door den Paus erkend. Zij stelde zich ten doel: verpleging der zieken en bekering der heidenen en wel hoofdzakelijk in het Duitsche Rijk (o. a. werden de heidensche Pruisen bekeerd). De orde verkreeg door den steun van de Pausen en vele vorsten groote bezittingen, zowel in Europa als in Azië. Deze bezittingen werden oorspronkelijk in 12 provincies verdeeld, die balijen genoemd werden; één ervan was (en is nog) Utrecht, volledig: De Balije van Utrecht der Duitsche Orde. Zij bezit verschillende goederen in ons land (n.1. te Dieren, Maasland, Tiel, Rhenen, Leiden, Schoten, Doesburg, Schelluinen, Middelburg en Schoon- hoven), waarvan de inkomsten aan de leden der orde ten goede komen. Elk lid moet om toegelaten te kunnen worden minstens sedert 4 geslachten van adel zijn. Het Bestuur heet kapittel, het bestaat uit een Landcommandeur, den Coadjutor (tevens commandeur) en negen andere commandeurs, die elk één der bovengenoemde bezittingen hebben; ook zijn er nog twee Jonckheere aan toegevoegd („kapittel ridders"), die echter geen beslissende stem hebben. De andere leden heeten ,,ridders-expectanten"' (±18).