N.E. Meer of minder uitgebreide, onregelmatige huidvlekken, die bij negers en kleurlingen (bij vrouwen meer dan bij mannen) veelal op de borst, den hals en het aangezicht voorkomen en soms van zelf verdwijnen.
Sommigen schrijven aan deze vlekken, die met lepravlekken niets gemeen hebben, een parasitairen oorsprong toe. Het volk in Suriname houdt ze voor een schoonheid en tevens voor aanstekelijk; daarom trachten soms de meisjes uit het volk lota's te krijgen door de kleeren te dragen van daaraan lijdende vriendinnen. Een volksgeneesmiddel tegen de lota is de lota-wiwiri. Bij mulatinnen en karboegerinnen komt soms gedurende de zwangerschap een vorm van lota's voor, die na de bevalling van zelf verdwijnen. Tiengi Fowroe Lota noemt men in Suriname de schilferachtige huid-vlekken. Zie over lota's de mededeelingen van Dr. Ch. Landré in het Nieuw praktisch Tijdschr. voorgeneesk. 4e jaarg. 1852.