Definities van Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië in de Ensie Z
- Zaagvisch
- Zaden, pitten, vruchtschalen, schelpen
- Zandkokerboom
- Zandvlieg
- Zandvloo
- Zaquito
- Zea mais
- Zee- en landkaarten
- Zee-sterren
- Zeebaars
- Zeedreifi
- Zeedruif
- Zeeduif
- Zeefkomkommer
- Zeegans
- Zeekoe
- Zeekool
- Zeelandia
- Zeemacht
- Zeephout
- Zeepokken
- Zeeschildpadden
- Zegel
- Zeilgras
- Zending
- Zephyranthes carinata
- Zevenjaarsboontje
- Ziekenverpleging
- Zien-zien
- Zijdewormteelt
- Zijkatoen
- Zingiber officinalis
- Zoete kassave
- Zoete lemmetje
- Zoetwaterhaai
- Zombo
- Zonluiaard
- Zonnevisch
- Zonreiger
- Zonvogel
- Zoogdieren
- Zoutwaternegers
- Zoutwinning
- Zuring
- Zuringbier
- Zuurzak
- Zwaardvisch
- Zwaluwen
- Zwaluwstaarten
- Zwam
- Zwamp
- Zwamp-otter
- Zwamp-visschen
- Zwarte braak
- Zwarte duikelaar
- Zwarte kabbes
- Zwarte markoesa
- Zwartrot
- Zwartwaterkoorts
- Zwavel
- Zweeprog
- Zweepslang
- Zwelziekte
- Zwervers